Voordat ik naar school ging stond ik, vlak na het opstaan, stilletjes en zonder dat het wie dan ook opviel, op blote voeten voor het raam van de ouderlijke slaapkamer. Ieder jaar wachtte ik op hun komst. En wanneer ze er weer waren, volgde ik hun kapriolen. Wat benijdde ik mijn ouders, dat ze hun nesten hadden gebouwd vlak boven hun raam en niet bij het achterraam van mijn zolderkamer.

Nu, zovele jaren later, begrijp ik dat het niet alleen mijn fascinatie voor hun vliegkunsten was en hun gezellige geklets, maar ook de geheimzinnigheid van het plotsklaps verdwijnen en weer opduiken van deze persoonlijkheden. Waar gingen ze heen? Wat zagen ze onderweg? Welke avonturen maakten ze mee?

Een paar weken geleden begon het allemaal weer opnieuw. Naar die spanning zelf had ik al een tijdje verlangend uitgekeken: de ochtenden dat ik spiedend de dakranden af zou turen in de hoop hun dansende vlucht te herkennen.

En ja hoor, daar waren ze er weer. Ook dit jaar hadden ze het gered! Ze scheerden al om het huis en hadden de nesten van vorig jaar betrokken. En terwijl ik stond te genieten van dat schouwspel drong het tot me door dat zij al meer van de wereld gezien hebben en nog zúllen zien, dan ik ooit zal zien.

Vederlichte bolletjes die ontzagwekkende afstanden afleggen en luchtvaartingenieurs inspireren, sociale structuren die organisatiedeskundigen op nieuwe ideeën brengen, zintuigen die aspecten van leven onthullen die geen mens zich kan bedenken, door de natuur bedachte aanpassingen die technisch ontwerpers toepassen.

Naast de verwondering om de vele prachtige verschijningsvormen van de natuur, zijn het de manieren waarop de mens zich op veel gebieden door diezelfde natuur laat inspireren, die mijn nieuwsgierigheid wekken. Het leven is miljarden keren rijker, dynamischer en inventiever dan ik mij vanuit mijn eigen (klein)menselijke perspectief kan bedenken.

Afbeelding: Ing.Mgr.Jozef Kotulič