Dit lijvige boekwerk met schitterende plantenaquarellen wordt vooraf gegaan door een verantwoording van de opzet van het boek. Daarna volgen een aantal paragrafen waarin wordt ingegaan op onder andere oude kruidenkennis, naamsverwarring bij planten en signatuurleer of tekenleer (bepaalde kenmerken, zoals kleur, vorm zou aangeven welk kruid geschikt is om een bepaalde ziekte te genezen). Ook is er aandacht voor humoraalpathologie of leer van de levenssappen. De humoraalpathologie is tot het midden van de negentiende eeuw bepalend geweest voor de volksgeneeskunst en voor een deel van de officiële geneeskunst. Ook een paragraaf over magie (magische-geneeskundig gebruik, magisch praktijken en toverkracht) ontbreekt niet.
Het boek wil op een toegankelijke manier de kruidenliefhebber inzicht geven in geneeskrachtige en andere toepassingen, vanaf de antieke oudheid tot nu, van kruiden die in de Lage Landen inheems zijn.
Iedere plant (150 stuks) wordt voorafgegaan door plantenaquarellen van negentiende-eeuwse kruidenboeken waarin alle plantonderdelen en de groeistadia van de plant worden afgebeeld. Naast de Nederlandse naam worden ook de Latijnse, Engelse, Franse en Duitse namen weergegeven.
Eerst wordt een algemene beschrijving van de plant gegeven, vaak afgeleid van de betekenis van de Latijnse naam van de plant waarna wordt ingegaan op het gebruik van de plant in de antieke oudheid, de middeleeuwen en de moderne kruidengeneeskunde.
Als uitgangspunt voor deze beschrijvingen is gekozen voor het werk Naturalis historia van Plinius de Oudere (23/24-79). Daarnaast worden uitsluitend kruidenwerken uit de Lage Landen behandeld: de Herbarijs (1351) in het Middelnederlands en Den Harbarius in Dyetsche (ca. 1500) in het Diets; het Cruydeboeck (1554) van Rembert Dodoens (1517/1518-1585), het Kruydtboeck (1581) van Matthijs de Lobel (Lobelius, 1538-1616), het postuum uitgegeven Cruydt-Boeck (1644) van Rembert Dodoens en de Naauwkeurige beschryving der aardgewassen (1696) van Abraham Munting (1626-1683). Ook is aandacht voor Afbeeldingen der Artseny-Gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche Beschryving (1796) en de Flora Batava (1800-1934). Daarnaast wordt bij ieder kruid aandacht besteedt aan de volksgeneeskunst en de hedendaagse kruidengeneeskunde.
Een overzicht van de huishoudelijke toepassingen van de specifieke plant, onder meer voor culinair gebruik, het maken van kleurstof, het verdrijven van ongedierte, melk stremmen of filteren, of bijen lokken en een tabel met toepassingen door de eeuwen heen van een bepaald kruid op zieke of zwakke organen sluiten ieder hoofdstuk af.
Het boek is voorzien van een bibliografie (met onder andere vele internetbronnen), een uitgebreid notenapparaat en een zeer uitgebreide index waarin je op plantnamen, culinaire toepassing, ziekte, of huishoudelijke of medische toepassing kunt zoeken. In de illustratieverantwoording worden de vindplaatsen van de plantenaquarellen verantwoord.
De historia naturalis is een prachtig naslagwerk voor iedereen met interesse voor de werking van inheemse kruiden en de beschrijving en toepassing daarvan door de eeuwen heen.
—
Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles/Bazarow
Auteur(s): Marcel De Cleene
Aantal Pagina’s: 688
Publicatiejaar: 2019
Uitgever(s): Sterck & De Vreese
ISBN: 9789056155117