Zwarte spechten zijn de timmerlieden van het bos. Ze houden van hakken en gaan zelfs knoeperhard eikenhout te lijf. Hun hele lijf is gebouwd op hameren. Met een halve meter van kruin tot staartpunt is de zwarte specht de grootste specht van Europa. Zijn roffel klinkt als een mitrailleursalvo en zijn klagende roep draagt ver door het bos. Toch zie je hem zelden. De zwarte specht is namelijk een meester in het verstoppen. Als hij je ziet, draait hij om de boom en verbergt hij zich achter de stam.
Het boek neemt de lezer mee op excursie het bos in. Een jaar lang volgen we het leven van de zwarte specht. Tussen de bezoekjes aan het bos door wordt de lezer een heel stuk wijzer over de zwarte specht: verspreiding, trek, het hol, het geluid, de wijze van paren, het broeden, de kuikens, het voedsel en de dood van de specht. Dijksterhuis laat het allemaal de revue passeren.
De afwisseling van excursie en kennisoverdracht vind ik prettig. Het verslag van de excursies heeft iets spannends, omdat je je als lezer afvraagt: Zou het ze nu eindelijk lukken er een te zien te krijgen? Het lukt Dijksterhuis vakkundig die spanning bij de lezer in stand te houden. Tegelijk wekt hij daarmee nieuwsgierigheid op, waardoor je gretig de informatie die hij tussen de excursies door aanbiedt in je opneemt. Het creëert een prettig heen en weer tussen ontspanning en inspanning.
Naast de meer algemene kennis (“Beuken hebben twee voordelen die hen ideaal maakt: een gladde bast waar boommarters en andere belagers lastig tegenop klimmen, en een stevige buitenkant. Daardoor blijft een beuk nog jaren overeind staan, ook als de kern verrot is. En dat is heerlijk voor zwarte spechten, die het liefst in een grote, levende boom, met een zachte kern broeden”) biedt het boek ook leuke weetjes:
“Een spechtenkop krijgt 1200 tot 1400 G te verduren en dat duizenden keren per dag. Een mens zou van één zo’n slag doodgaan. Dat een specht na tienduizenden roffels wat tau-eiwitten vormt, is dan ook niet zo verwonderlijk. Of ze er last van hebben, of ze bijvoorbeeld vergeetachtig of onhandig worden, weet ik niet. Het zou ook kunnen dat die eiwitten de hersencellen beschermen tegen het gebeuk.”
Maar ook: “Als je een spechtenhol ziet met houtsnippers aan de voet van de boom, en je wilt weten of de specht thuis is, kun je aan de stam krabben, dan koekeloert de bewoner weldra uit zijn vlieggat.”
Met 16 kleurenfoto’s wordt de zwarte specht, zowel man als vrouw, prachtig in beeld gebracht.
De zwarte specht is een prettig leesbaar boek dat naast het bieden van een breed spectrum aan informatie over de zwarte specht de lezer op een aangename manier met de vogel kennis laat maken.
De auteur
Koos Dijksterhuis studeerde biologie en sociologie in Groningen. Hij heeft een column over natuur in Trouw, publiceert in NRC Handelsblad, is columnist van Bionieuws, geeft vrolijke lezingen en schrijft vormvaste verzen op rijm. Eerder schreef hij onder meer de boeken Een Groenlander in Afrika, Handboek voor natuurwandelingen.
—
Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles/Bazarow
Auteur(s): Koos Dijksterhuis
Aantal Pagina’s: 152
Publicatiejaar: 2020
Uitgever(s): Atlas Contact
ISBN: 9789045041216